1. Laad de batterij op volle capaciteit. 14 uur met de standaard c/10 -tarief (capaciteit x .10). Sta voor "snelle" opladers extra tijd (2-3 uur) toe voor het "afsluiten" van de lading nadat het is overgeschakeld van "opladen" naar "voltooid".
2. Gebruik de batterij binnenkort en gebruik zoveel mogelijk van de batterijcapaciteit of praktisch. Een batterij die volledig wordt opgeladen en ontladen, behoudt de langstlopende tijdcapaciteit. Ook worden verschillende lading/ontladingscycli aanbevolen om een nieuwe batterij naar zijn nominale capaciteit te brengen.
3. Bewaar en laad de batterijen op bij kamertemperatuur 65˚F tot 75˚F. Batterijen die meer dan een maand zijn opgeslagen, moeten worden opgeladen voordat ze in gebruik worden genomen door chemische zelfontlading die optreedt met een snelheid van ongeveer 1% per dag. Laad geen koude batterijen op (40˚F of lager).
4. Verminderde capaciteit of "geheugeneffect" kan het gevolg zijn van herhaaldidentiek ondiepe lozing/volledige oplaadcycli. Als een dergelijke toestand wordt vermoed, voer de batterij uit totdat het instrument alle stroom verliest en vervolgens volledig opladen en opnieuw ontladen. Herhaal deze cyclus 3-4 keer. Volledige bruikbare capaciteit komt dan beschikbaar.